Omega-3 vetzuren voor ADHD kinderen

ADHD (Attention Deficit/Hyperactivity Disorder) zou voorkomen bij 1 op 20 kinderen. Momenteel krijgen deze kinderen een behandeling met onder andere geneesmiddelen die de verschijnselen van ADHD verminderen. Uit een recente studie blijkt dat supplementatie met omega-3 vetzuren ook een effect hebben op ADHD.

Studie impact omega-3 vetzuren op ADHD

Aan de Universiteit van Zuid-Australië werden 132 ADHD patiënten van 7 tot 12 jaar betrokken in een placebo gecontroleerde, dubbel blinde interventie studie. Gedurende de eerste 15 weken kregen de kinderen dagelijks 3000 mg PUFA’s (omega-3 en omega-6) of PUFA’s, vitamines en mineralen of placebo capsules (palmolie) toegediend. Na 15 weken schakelde ook de placebogroep over op PUFA’s in combinatie met vitaminen en mineralen.

De ouders dienden na 15 en na 30 weken de toestand van hun kinderen te evalueren aan de hand van de 14 ADHD scores van de ‘Connors Parent Rating Scales’. Na 15 weken werd een verbetering waargenomen op 9 van de 14 scores bij de kinderen die extra PUFA’s innamen. Na 30 weken werd voor zowel zij die reeds PUFA’s innamen als zij die overgeschakeld zijn na 15 weken verdere verbetering waargenomen (10 van de 14 scores).

Het mechanisme achter de bekomen resultaten blijkt voornamelijk toegeschreven te worden aan het type vetzuur, met name EPA en DHA.


Vergelijking omega-3 supplementatie en het geneesmiddel Ritalin

De onderzoekers vergeleken in hun studie ook de effecten van het geneesmiddel Ritalin(meer bekend onder de naam Rilatine) met die van PUFA’s. Aan de hand van een meta-analyse bleek dat een groter effect op ADHD bekomen wordt met PUFA supplementatie. Volgens het Australische team bestaan er geen bewijzen die aantonen dat het geneesmiddel bij langdurige inname (langer dan 4 weken) de toestand verder verbetert. Voor de supplementatie van PUFA’s bleek dit wel het geval.

Situering ADHD

ADHD (Attention Deficit/Hyperactivity Disorder) is een gedragsstoornis die wordt gekenmerkt door een concentratietekort (aandachtsstoornissen), impulsiviteit (ze handelen zonder eerst te overwegen wat de consequenties zijn) en/of hyperactiviteit (overactief). Nu zijn dit alle drie normale en veel voorkomende verschijnselen, maar bij ADHD zijn ze erg hardnekkig en zo sterk dat de ontwikkeling erdoor bedreigd wordt.

ADHD zou naar schatting voorkomen bij 1 op 20 kinderen. Het komt meer voor bij jongens dan bij meisjes. Tegenwoordig beweert men ook wel dat ADHD bij meisjes minder opvalt, omdat zij minder lastig zijn voor hun omgeving. Meisjes zouden minder storend gedrag 'naar buiten' ontwikkelen, maar méér storend gedrag 'naar binnen'. Ze hebben er dan zelf meer last van dan hun omgeving.

Bronnen

Nutraingredients en www.gezondheid.be