De gemiddelde inname van suikers (mono- en disachariden) per dag bedraagt voor de algemene Belg 20,3 en%. De grote meerderheid van de populatie, namelijk 96,4 %, heeft een suikerinname die hoger is dan de aanbevolen hoeveelheid van minder dan 10 en%. Vrouwen halen dagelijks meer energie uit suikerinname, namelijk 21,2 en%, dan mannen (19,3 en%). Naarmate men ouder wordt, worden minder suikers geconsumeerd. Zo consumeren jongeren (< 18 jaar) gemiddeld 24,2 en% suikers, tegenover de ouderen (> 75 jaar) die 18,7 en% consumeren. Dit geldt zowel voor mannen als vrouwen.
Bronnen van suikerinname
In tabel 1 wordt de procentuele suiker bijdrage per productgroep voor de algemene bevolking weergegeven.
Tabel 1: Procentuele suiker bijdrage per productgroep
Productgroep | Procentuele suiker bijdrage |
Niet alcoholische dranken | 25,0 |
Suiker en zoetwaren | 18,9 |
Fruit | 14,7 |
Melkproducten | 13,6 |
Cake, koek, tabak en pudding | 11,5 |
Alcoholische dranken | 5,0 |
Granen en graanproducten | 4,1 |
Groenten | 3,3 |
Sauzen en kruiden/specerijen | 1,5 |
Aardappelen en kolgewassen | 1,1 |
Diversen (snacks, sojaproducten, etc.) | 0,6 |
Soepen | 0,5 |
Vlees en vleesproducten | 0,2 |
Vetten | 0,1 |
Bron
Nationale Voedselconsumptiepeiling België 2006