Volgens een studie van Frost & Sullivan trachten Europese KMO’s uit de voedingsindustrie hun productielijnen meer en meer te automatiseren. De bevraging geeft aan waarom de voedingsindustrie in het Verenigd Koninkrijk, relatief weinig investeert in automatisatie, in vergelijking met andere industriële sectoren. Kostenbesparingen worden het vaakst geciteerd als voornaamste reden voor investeringen. Deze investeringen zouden moeten leiden tot een reductie van werkingskosten en tot een betere flexibiliteit naar veranderingen in de productielijn en fluctuerende volumes. Tegelijkertijd zijn kostenbesparingen echter de grootste hindernis omdat de resulterende extra opbrengsten moeilijk te berekenen zijn.
De meeste KMO’s kunnen zich geen dure investeringen in flexibele automatisatie veroorloven. Toch zijn het net deze bedrijven die de meeste flexibiliteit nodig hebben om sneller dan hun concurrenten in te kunnen inspelen op de veranderende vragen van consumenten. Veranderende producttypes en variërende productvolumes maken flexibele oplossingen immers absoluut noodzakelijk.
Op korte termijn hangt het succes van machinebouwers af van hun inspanningen om betrouwbare en economische oplossingen aan te bieden aan KMO’s. De Frost & Sullivan studie verwacht dat producenten van automatisatietoestellen zich meer en meer op de voedingssector zullen toespitsen omdat hier heel wat groeimogelijkheden liggen.
In de automobielsector hebben niche markt apparatenbouwers een sterke technische know-how, succesvolle prijsstrategieën en ervaring in wereldwijde concurrentie met de sectoroverschrijdende machinebouwers. Het aanbieden van hun apparatuur aan een bredere groep van eindgebruikers zal in de nabije toekomst winstgevend zijn en een noodzaak op lange termijn. Sectoroverschrijdende machinebouwers zouden hun inspanningen meer moeten concentreren op de veelbelovende KMO markt.
Bron
Food Production Daily