Biobeschikbaarheid van soja isoflavonen

De biobeschikbaarheid van isoflavonen is sterk persoonsgebonden. Als gevolg hiervan varieert ook de activiteit van isoflavonen van persoon tot persoon. De Universiteit van Gent heeft onderzoek verricht naar factoren die de biobeschikbaarheid van isoflavonen beïnvloeden.

Isoflavonen

Isoflavonen zijn componenten met een gelijkaardige structuur als oestrogeen. Ze zijn in staat om zich op oestrogeenreceptoren van cellen te fixeren en komen voornamelijk voor in soja en soja afgeleide producten (fyto-oestrogenen). De belangrijkste isoflavonen in sojabonen zijn genistein en daidzein.


De twee belangrijkste isoflavonen, geinstein en daidzein, en hun metabolieten werden in hogere concentraties teruggevonden in de urine van proefpersonen die sojamelk consumeerden tov van zij die sojakiemen innamen. Het metabolisme van daidzein bleek erg variabel, met een omzetting in equol die varieert van 0 tot 100 %. Op basis van de metabolieten in de urine werden de proefpersonen opgedeeld in drie groepen: lage, gemiddelde en hoge equol producenten. Op basis van deze drie groepen werd nagegaan welke factoren de biobeschikbaarheid beïnvloeden.

Equol

Equol kan enkel geproduceerd worden door darm microbiota en slechts 33 % van de blanke vrouwen hebben micro-organismen in hun darm die in staat zijn daidzein om te zetten in equol.


Uit het onderzoek blijkt dat de biobeschikbaarheid van isoflavonen beïnvloed wordt door:

  • de voedingsmatrix: isoflavonen uit sojamelk zijn beter beschikbaar voor het lichaam dan isoflavonen uit sojakiemen;
  • de darmbacteriën: (1) hogere gehaltes aan Clostridium coccoides-Eubacterium rectalein de darm is geassocieerd met een lagere equol productie en (2) hogere gehaltes aan sulfaat reducerende bacteria zijn geassocieerd met een hogere equol productie;
  • de inname van PUFAs (poly-onderzadigde vetzuren): hoe hoger de inname van PUFAs, hoer hoger de equol productie. Dit zou mogelijks verklaren waarom men in Azië meer mensen veel equol produceren in hun lichaam; de consumptie van vis, schaal- en schelpdieren (rijk aan PUFAs) ligt er veel hoger dan in het Westen.

Bron: Journal of Nutrition (2007), 137, 2242-2246. Dit onderzoek werd geleid door het laboratorium voor microbiële ecologie en technologie (LabMET) van de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen (UGent).