De hulp van andere microbiële soorten is soms vereist om pathogenen de sprong te laten maken van dier naar plant. Tot nu toe heeft men weinig zicht op de structuur van deze samenwerking. Onderzoekers focussen zich daarom op alle aspecten het leven van de micro-organismen om de geheimen van hun succes te verklaren. Zo ook de Amerikaanse onderzoekers van ARS (Agricultural Research Service).
Eerder verscheen een artikel met de bevinding dat Salmonella kon teruggevonden worden in sla. Uit onderzoek blijkt nu dat Salmonella zich, net zoals E. coli O157:H7, een sterke voorkeur heeft en beter ontwikkelt op jonge blaadjes sla. Dit zou te maken hebben met het, tot driemaal, hogere gehalte aan stikstof in de jonge blaadjes in tegenstelling tot de oude bladeren. Uit een proef met Romeinse sla volgde de vaststelling dat E. coli niet enkel aanwezig is, maar zich ook kan vermenigvuldigen en verspreiden op de sla en dit tienmaal meer op de jonge blaadjes. Een strategie om het gebruik van stikstofmeststof te minimaliseren kan helpen om de contaminatie te verminderen. Ook werd vastgesteld dat E. coli en Salmonella in het overleven door Erwinia chrysanthemi geholpen worden. Dit is een organisme dat rotte plekken veroorzaakt en vervolgens een biofilm vormt waarop de pathogenen zich kunnen vermeerderen.
In zijn natuurlijke plantenomgeving, veroorzaakt Erwinia plantziektes zoals necrose, blight en “soft rot,” een progressieve celwand afbraak. Dit deel van de plant zet nutriënten vrij die de bacteriële groei kunnen stimuleren. |
Salmonella haalt ook voordelen uit de aanwezigheid van een andere plantpathogeen, Xanthomonas campestris. Dit bacterieel spot micro-organisme helpt Salmonella in het vasthechten en het groeien op tomatenplanten. Volgens de onderzoekers gebeurt dit door het uitschakelen van het immuunsysteem van de plant. Zelfs zes weken nadat de aarde overspoeld werd met Salmonella besmet water, bleef het micro-organisme infectieus voor de tomatenzaden en de nieuwe plant. Onderzoekers raden aan om na de oogst, de grond twee weken onbewerkt te laten liggen vooraleer opnieuw sla en tomaten te planten.
|
Hoewel bacteriën, die rottingsverschijnselen in de hand werken, het leven voor pathogene bacteriën vergemakkelijken, zijn er ook die hun leven bemoeilijken. Eén van die bacteriën isEnterobacter asburiae, een micro-organisme dat terug te vinden is op bonen, komkommers en katoen. Naast deze epifyt werd een tweede micro-organisme gevonden met een tegengestelde werking: Wausteria paucula verbeterde de overleving van E. coli O157:H7 tot zesmaal op sla. Dit is het eerste duidelijke voorbeeld van een micro-organisme dat steun biedt aan een humaan pathogeen op een plant. De blootstelling van sla aan de twee epifyten bracht de overlevingsscore van E. coli evenwel twintig- tot dertigmaal omlaag. Het waarom en hoe van deze competitie blijft een mysterie, maar toch kan gesteld worden dat E. asburiaeeen beloftevol biologisch middel kan zijn in de strijd tegen de pathogenen.
Bronnen