De vraag die door vele bedrijven gesteld wordt is of dat al hun materialen nu onderworpen moeten worden aan migratietesten of dat simulaties kunnen worden gebruikt om selecties te maken. Op deze manier kan met minder testen misschien meer resultaat behaald worden. Via simulaties kan nagegaan worden wat de specifieke migratie is van bepaalde componenten uit verpakkingsmaterialen.
Als input in deze modellen wordt de structuur van de verpakking (monolaag, multilaag), de samenstelling (type polymeer), de dikte van de lagen, de migrerende component en zijn concentratie, het type simulant (water- of oliebasis) en de tijd-,temperatuurcombinaties die gebruikt worden ingebracht.
Als output wordt het concentratieprofiel van de migrant in het verpakkingsmateriaal als functie van de tijd gegeven alsook het migratieprofiel in de simulant. Deze simulaties kunnen bovendien ook gebruikt worden om verschillende testcondities met elkaar te vergelijken.(tijd/temperatuur).Extra informatie kan steeds bekomen worden bij A.vermeulen@UGent.be
De EU-Verordening 1935/2004 omvat ook een lijst van groepen materialen en voorwerpen die aan bijzondere maatregelen kunnen worden onderworpen:
1. Actieve en intelligente materialen en voorwerpen | 9. Papier en karton |
2. Kleefstoffen | 10. Kunststoffen |
3. Keramiek | 11. Drukinkt |
4. Kurk | 12. Geregenereerde cellulose |
5. Rubber | 13. Siliconen |
6. Glas | 14. Textiel |
7. Harsen met ionenwisselaars | 15. Vernis en deklagen |
8. Metalen en metaallegeringen | 16. Was |
| 17. Hout |
Voor de schuingedrukte groepen is reeds meer specifieke wetgeving gepubliceerd.
Wat vroeger nogal vaag leek wordt ons in de loop der tijd met tal van richtlijnen en KB’s duidelijker gemaakt. Zo is ondertussen ook Verordening 2023/2006 verschenen die een verdere verfijning aangeeft over wat er met GMP wordt bedoeld. Deze laatste verordening omvat ook een speciale korte bijlage voor drukinkten.