Hoe u uw procesinstallaties beter reinigbaar kunt maken (deel II) – praktijkvoorbeelden

In deel I, werden de basisregels belicht van hygiënisch ontwerp of de mate waarin uw installatie reinigbaar is. Een goede reinigbaarheid is immers cruciaal voor de kwaliteit van uw producten en om aan de wettelijke vereisten te voldoen. Dit tweede artikel zoomt verder in op een aantal praktische toepassingen van die basisregels. Dit wordt geïllustreerd met enkele voorbeelden voor tanks, leidingwerk en een CIP-installatie.

Ter herinnering:  enkele basisregels van hygiënisch ontwerp (zie ook Deel I)Wie enkele basisregels voor ogen houdt, kan de reinigbaarheid van een installatie sterk verbeteren zonder grote kosten te maken. Het is een must zowel bij een nieuwe installatie, maar ook bij alle latere uitbreidingen en aanpassingen, of die nu door de leverancier of door uzelf zijn uitgevoerd. Daarbij gaat het vaak om het evenwicht tussen het streven naar een optimaal hygiënisch ontworpen installatie en functionaliteit.

  1. De materiaalkeuze: inox en aangepaste dichtingen als cruciale basis
  2. De afwerkinggraad: gladgepolierde oppervlakken
  3. De koppelingen en aansluitingen: hygiënische verbindingen zonder scherpe overgangen of spleten

Om te weten waar u dan concreet op moet letten, illustreren we deze regels met enkele aandachtspunten voor tanks, leidingen en een CIP-unit. Dit artikel poogt niet volledig te zijn op vlak van hygiënisch ontwerp, maar geeft vooral de essentie weer alsook enkele praktijkvoorbeelden.

Vooraleer u start met Cleaning-In-Place of CIP, gaat u best na of uw installatie wel voldoende reinigbaar is. (Bron: Packo Inox)

Tanks

Als u de volgende punten even checkt bij uw tank, weet u meteen hoe goed die tank reinigbaar is en welke maatregelen u moet treffen om dit te verbeteren. Alleen zo haalt u het beste resultaat uit Cleaning-In-Place.

  • Probeer verbindingen zoveel mogelijk te lassen.

  • Vermijd scherpe hoeken, spleten en openingen: zo vermindert u het risico dat vuil zich kan opstapelen en dat de reinigingsvloeistof niet optimaal circuleert.

Vermijd scherpe hoeken, spleten en lasnaden in de hoeken. Ze vormen de ideale schuilplaats voor vuil en zijn een voedingsbodem voor bacteriën (Bron: Packo Inox)

  • Zorg ervoor dat uw tank volledig draineerbaar is: voor het reinigen zelf is een lege tank cruciaal zodat alle oppervlakken rechtstreeks bereikbaar zijn voor de reinigingsvloeistof. Ook na het reinigen moet alle spoelwater uit uw tank kunnen worden verwijderd om elk risico op contaminatie van uw product uit te sluiten.
  • Plaats componenten (kleppen, instrumenten, enz.) zo dicht mogelijk bij de tankbodem of bij het kopstuk: hoe verder ze verwijderd zijn van het tankoppervlak, hoe moeilijker voor de reinigingsvloeistof om contact te maken met alle hoeken en kanten. Conische aansluitingen zijn makkelijker te reinigen dan rechthoekige.
  • Kies de juiste sproeibol(len) voor uw tank: zorg ervoor dat u die zo positioneert dat de reinigingsvloeistof alle onderdelen kan bereiken, ook uw aansluitingen. Desnoods voorziet u voor moeilijk bereikbare plaatsen een extra sproeibol. Indien automatische reiniging echt onmogelijk is, zorg er dan voor dat u dat onderdeel kunt demonteren om manueel te reinigen.

Type sproeibol

Prijs

Impact op oppervlak

Waterverbruik

Vast

goedkoop

minder

groter

Roterend

iets duurder

meer

kleriner

Jet

duur

veel

kleiner

De keuze voor een statische (l), roterende (m) sproeibol of een jet (r), bepaalt in grote mate het waterverbruik tijdens de reinigingscyclus. U maakt best op voorhand de balans tussen investeringskost, de nodige impact bij de reiniging en de efficiëntie achteraf. (Bron: Lameco)

Om mangaten te reinigen, voorziet u best een extra sproeibol. (Bron: Packo Inox)

  • Scherm de isolatie van uw tank zoveel mogelijk af: idealiter last u de dubbele wand van uw tank volledig dicht, zodat de isolatie niet in contact komt met vuil of water.

Door de tank volledig af te lassen, zorgt u ervoor dat water en/of vuil het tussencompartiment van uw dubbelwandige tank niet kunnen contamineren. (Bron: Packo Inox)

Leidingen

  • Zorg ervoor dat uw reinigingsvloeistoffen een circulatiesnelheid halen van 1,5 à 2 m/s voor een optimale reiniging. Vermijd dat er een snelheidsval optreedt. Dit kan voorkomen bij plotse splitsingen of indien de diameter van de leiding ineens te veel vergroot.

Te plotse overgangen van diameter kunnen de vereiste circulatiesnelheid voor een goede reiniging belemmeren. (Bron: Packo Inox)

  • Voorkom dode zones zoals T-stukken en doodlopende leidingen: vaak worden leidingen die niet meer in gebruik zijn, niet verwijderd of worden al op voorhand leidingen voorzien voor toekomstige uitbreidingen. Dergelijke dode ruimtes zijn een bron van vuilopstapeling en bovendien kan de reinigingsvloeistof er niet optimaal circuleren. Indien ze niet te vermijden zijn, hou hun lengte dan zo kort mogelijk.
  • Kies uw kraanwerk doordacht en hou er altijd rekening mee dat de dichting ooit kan falen.
    • Bolkraan: wordt soms nog toegepast in de voedingsindustrie voor bepaalde processen, maar is moeilijker te reinigen en bevat dode zones.

    (Bron: Kieselmann)

    • Vlinderkraan: is beter reinigbaar dan de bolkraan, maar indien de dichting toch stuk gaat, kan uw product eventueel gecontamineerd raken. Met een dubbele vlinderkraan loopt u minder risico.

    (Bron: Kieselmann)

    • Dubbelzits(kruis)ventiel: bij deze (duurdere) ventielen zijn de dichtingen perfect reinigbaar. Ze worden vooral toegepast waar verschillende processtromen samenkomen. Indien één van de dichtingen faalt, wordt de lekkage afgescheiden via de daarvoor ontworpen afvoer, zonder dat de verschillende producten onderling vermengd kunnen raken. Door de afvoer is een lek ook snel detecteerbaar.
  • Gebruik de juiste koppeling: de DIN 11851-koppeling (beter gekend als de melkkoppeling) wordt frequent toegepast, maar heeft het nadeel dat er nog een spleet overblijft. Vanuit het oogpunt van hygiënisch ontwerp is dit niet optimaal. Wie dit wil vermijden, kan de koppeling combineren met een hygiënische afdichting of – nog beter – overstappen op de DIN 11853-koppeling.

    We zetten de verschillende mogelijkheden op een rij:

    • DIN 11851
     

    Bij de traditionele melkkoppeling kan de spleet in het midden voor (beperkte) contaminatie zorgen. (Bron: SKS Waalwijk)

    • DIN 11851 + hygiënische afdichting (+ centreerring)
    (Bron: SKS Waalwijk)

Door de melkkoppeling te combineren met een hygiënische dichting, wordt eventuele contaminatie sterk gereduceerd. Er zijn verschillende leveranciers op de markt met een oplossing die voldoet aan de FDA en die EHEDG-gecertificeerd is. (Bron: Kieselmann) 

                      DIN 11853

Met de DIN 11853-koppeling zit u ideaal op vlak van hygiënisch ontwerp. (Bron: Packo Inox)

CIP-Systeem

Het hygiënisch ontwerp dient in de eerste plaats om uw installaties beter CIP-baar te maken. Het hygiëneniveau van het CIP-systeem zelf wordt daarbij echter vaak over het hoofd gezien. Nochtans kan één niet-hygiënische schakel in het ganse proces de kwaliteit van uw product in gevaar brengen. Enkele aandachtspunten:

  • Wees kritisch bij de recuperatie van oude CIP-tanks: check zeker of ze wel nog voldoen aan de actuele eisen op vlak van hygiënisch ontwerp. Dit is in het bijzonder belangrijk voor de naspoeltank, waar het laatste spoelwater als het ware ‘drinkbaar’ moet zijn.
  • Vermijd dat de loog- of zuuroplossing uw naspoelwater kan contamineren: gebruik bij voorkeur dubbele vlinderkranen of dubbelzitsventielen op de leidingen van het spoelwater.

Laat de reinigbaarheid van uw procesinstallaties checken door een deskundige.

Andere artikels

Bron

Packo Inox Industry, Torhoutsesesteenweg 154, 8210 Zedelgem, www.packo.com