Microalgen worden niet voor niets ook wel eens het groene goud genoemd. Naast een hoge concentratie eiwitten bevatten ze immers ook een heel spectrum aan andere interessante nutriënten, gaande van essentiële vetzuren tot mineralen en antioxidanten. Een overzichtje van wat deze kleine algen allemaal in hun mars hebben!
Algen vs. Microalgen
Wanneer we spreken over algen denken we vaak onmiddellijk aan de grote wieren uit de zee. Maar de familie van de algen is eigenlijk een erg grote, diverse groep die evolutionair gezien niet altijd even verwant zijn met elkaar. Sommige algen zijn immers eencellig en anderen kunnen tot wel 60 m lang worden!
Bovendien hebben sommige algen zelfs meer weg van protozoa of fungi dan van andere algen. In het algemeen omschrijft men algen als aquatische organismen die aan fotosynthese doen. De meeste algen noemt men macroalgen of wieren. Microalgen daarentegen vormen een groep van algen die slechts enkele micrometers groot zijn en bijgevolg niet met het blote oog te zien zijn. Hoewel er naar schatting enkele honderdduizenden soorten microalgen bestaan, worden er nu slechts enkelen op industriële schaal geproduceerd. De meest bekende, althans voor voedingstoepassingen, zijn ongetwijfeld Chlorella en Arthrospira platensis. Doet deze laatste niet meteen een belletje rinkelen? Onder de naam Spirulina ongetwijfeld wel! Spirulina behoort eigenlijk tot de cyanobacteriën maar wordt omwille van de gelijkaardige eigenschappen ook tot de microalgen gerekend.