Er is schaarste op de arbeidsmarkt. Voedingsbedrijven zijn steeds op zoek naar ondernemende medewerkers met interesse voor techniek, of het nu voor een job in productie, kwaliteit of productontwikkeling is. En deze medewerkers zijn ook zelf op zoek naar een job met impact. Ze willen betekenisvol werk en zoeken zinvolle uitdagingen in hun job.
Via Baekeland-mandaten kun je een win-win creëren. Flanders’ FOOD moedigt de masters in de voedingsbedrijven aan om eens na te denken of ze geen project kunnen uitwerken om ‘on-the-job’ te doctoreren en bij te dragen tot een innovatieve duurzame oplossing voor hun dagelijks werk.
Flanders’ FOOD vraagt bedrijfsleiders en middelmanagement om na te denken over opportuniteiten of problemen waar een jonge masterstudent zijn of haar tanden kan in zetten via een onderzoeksproject dat tot een doctoraat kan leiden.
Lees hieronder wat een Baekeland-mandaat is en hoe een kersverse mandaathouder naar zijn toekomstig traject kijkt.
VLAIO: Interview met Els Tourwé
Dag Els, wat is een Baekeland-mandaat precies? Waarom heeft VLAIO deze formule uitgevonden?
Bij een Baekeland-mandaat wordt een consortium samengesteld van een Vlaams bedrijf, een Vlaamse Universiteit en een doctorandus. De doctorandus voert hierbij onderzoek uit met een directe meerwaarde voor het bedrijf in kwestie en onder begeleiding van een wetenschappelijke copromotor aan de universiteit. Een Baekeland-mandaat is dus een formule om een doctoraat uit te voeren in functie van een bedrijf en is dus sterk applicatiegericht basisonderzoek.
De formule ‘Baekeland’ werd in 2009 door VLAIO in het leven geroepen als aanvulling op bestaande bedrijfsprojecten (vb. ontwikkelingsproject en onderzoeksproject). We willen met dit programma inzetten op de samenwerking tussen universiteiten en bedrijven.
Wat is het verschil tussen deze formule en andere bedrijfsprojecten?
Er zijn een aantal belangrijke verschillen tussen een Baekeland-mandaat enerzijds en een onderzoeks- of ontwikkelingsproject anderzijds, namelijk de duur, het maximale subsidiepercentage, het aantal indieningsmomenten en de focus.
Een Baekeland-mandaat duurt typisch 4 jaar en is dus qua duur vergelijkbaar met een andere doctoraatsformule (vb. FWO). Een onderzoeks- of ontwikkelingsproject duurt daarentegen gemiddeld 2 jaar.
Bij een onderzoeks- of ontwikkelingsproject wordt de subsidie voor kmo’s afgetopt op respectievelijk 60% en 50% van de projectbegroting. Terwijl bij een Baekeland-mandaat in sommige gevallen tot 80% van de personeels- en werkingskosten van de doctorandus kunnen gesubsidieerd worden.
In tegenstelling tot andere subsidiekanalen voor doctoraten zijn er bij VLAIO per jaar twee indieningsmomenten voor Baekeland-mandaten. Er is 1 in maart en 1 in september. Dit geeft de kandidaten meer flexibiliteit om hun aanvraag af te werken. We noteren dan ook een hoog slaagpercentage van gemiddeld 60% voor Baekeland-mandaten die bij VLAIO worden ingediend.
En ten slotte ligt de focus bij een Baekeland-mandaat natuurlijk veel sterker op het doctoraatsonderzoek, dan bij een ander bedrijfsproject. Het is risicovol basisonderzoek dat bijdraagt tot de internationale state-of-the-art en dat de doctoraatsstudent voldoende wetenschappelijke uitdagingen moet bieden om een doctoraatstitel te kunnen behalen. Bij de evaluatie speelt de kandidaat een erg belangrijke rol.
We zijn op zoek naar kritisch-wetenschappelijk ingestelde onderzoekers die daarenboven ook sterk geïnteresseerd zijn in het toepassen van resultaten uit onderzoek in bedrijven. We zien het programma dan ook als een opleidingsprogramma dat gedoctoreerden aan onze bedrijven kan afleveren die een sterke voeling hebben met de toepassingen.
Waarom wil VLAIO Baekeland-mandaten opnieuw in de verf zetten?
Na een aantal jaren waarin we een mooie groei in het aantal aanvragen zagen, nemen we sinds vorig jaar een daling waar. In 2020 hadden we 111 kandidaat mandatarissen, in 2022 waren dit er nog 90. Het is moeilijk om te zeggen of dit nu door de krapte op de arbeidsmarkt komt of niet. Het kan inderdaad goed zijn dat net-afgestudeerden sneller de weg naar het werkveld vinden en daardoor minder snel geneigd zijn een doctoraat op te starten.
Nochtans is dit net de grote meerwaarde van een Baekeland-mandaat. Kandidaat mandatarissen hoeven namelijk niet hun (toekomstige) carrière in het bedrijfsleven op zij te zetten om te doctoreren via deze formule. In die zin is een Baekeland-mandaat eigenlijk wat het beste van beide werelden.
Maar we vermoeden ook dat de flexibiliteit die ons programma biedt, niet altijd even goed bekend is bij bedrijven en werknemers. Zo richten we ons niet enkel op pas-afgestudeerden, maar ook op mensen die al een aantal jaren in een bedrijf werken en voor zichzelf of voor het bedrijf een meerwaarde zien in het behalen van een doctoraat. Zij kunnen dan via een Baekeland-mandaat doctoreren bij hun werkgever aan dezelfde condities als ervoor.
Bovendien vertellen veel kandidaten ons dat het doctoreren in samenwerking met een bedrijf een positieve en fijne ervaring was. Ikzelf heb na mijn studies als materiaalkundig ingenieur ook een doctoraat in samenwerking met een bedrijf uitgevoerd en heb hier enkel positieve ervaringen over. Persoonlijk, als ingenieur, vond ik het namelijk fijn om in een applicatiegerichte omgeving onderzoek te kunnen verrichten.
Welk profiel van kandidaten dienen het vaakst een Baekeland-aanvraag in? En welke sectoren zijn het meest vertegenwoordigd bij de industriële partners?
De grote meerderheid van kandidaat Baekeland-mandatarissen zijn jongeren die net of nog maar een paar jaar geleden afgestudeerd zijn, maar af en toe krijgen we ook een aanvraag binnen van kandidaten met meer ervaring op de arbeidsmarkt.
We merken dat de kandidaten hoofdzakelijk een opleiding in de exacte wetenschappen achter de rug hebben. We zien de laatste jaren wel ook een toename van kandidaten uit de sociale wetenschappen, maar deze groep is toch nog altijd in de minderheid.
Wat de industrie betreft zien we een gelijk aantal deelnames van zowel kmo’s als grote bedrijven. De meeste deelnemende bedrijven zijn actief in de biosector, met op kop bedrijven met expertise binnen de biotechnologie en de medische wetenschappen. De voedingsindustrie is binnen deze sector wat minder vertegenwoordigd. Vandaar dat we via dit artikel de formule ‘Baekeland-mandaat’ extra in de verf willen zetten om ook bedrijven uit de voedingsindustrie hiervoor warm te maken.
Voor wie is deze formule geschikt?
Op zich kan iedereen die van een van onze Vlaamse universiteiten een doctoraatstoelating krijgt, appliqueren voor een Baekeland-mandaat. Er is geen beperking op leeftijd of aantal jaren dat je afgestudeerd bent, noch op de graden die je haalde tijdens je studie of op het type van je diploma.
Tijdens de evaluatie van de aanvraag beoordelen we de kandidaten evenwaardig op het wetenschappelijke gedeelte, namelijk het doctoraatsvoorstel, als op het valorisatiegedeelte, namelijk de toepassingsmogelijkheden voor het bedrijf. Bij de evaluatie van het doctoraatsluik wordt de kandidaat beoordeeld op zijn of haar kritische wetenschappelijke ingesteldheid en kennis van de state-of-the-art net als bij elke andere doctoraatsprogramma’s. Maar hier komt dus nog een tweede luik bij waarbij de valorisatiemogelijkheden en -strategie moeten kunnen geduid worden.
Een Baekeland-mandaat is dan ook bedoeld voor kandidaten die niet alleen wetenschappelijk, maar ook applicatiegericht ingesteld zijn. Bij pas afgestudeerden kijken we vooral naar het enthousiasme van de kandidaat om hun onderzoek om te zetten in een concrete toepassing voor het bedrijf.
"Bedrijven die een onderwerp diepgaand willen bestudeerd zien kunnen een onderzoeker een doctoraatsproject laten uitvoeren via een Baekeland-mandaat. De mandataris behaalt een doctoraatsdiploma en ziet de resultaten later toegepast worden in een bedrijfscontext. Een win-win situatie voor allebei!"
Els Tourwé is projectadviseur bij het Agentschap Innoveren & Ondernemen (VLAIO). Naast het evalueren van projecten in het domein van materialen en chemie, is ze ook verantwoordelijk voor de Baekeland- en innovatiemandaten. Wie interesse heeft in deze mandaten, kan een kijkje nemen op onze website (www.vlaio.be/baekeland). De VLAIO bedrijfsadviseurs staan ook steeds klaar om te helpen. Voor elke oproep organiseren bieden we steeds de mogelijkheid om een verkennend gesprek aan te vragen met een van onze projectadviseurs om al jullie vragen te beantwoorden.
delaware: Interview met mandaathouder Alexander Naessens
Dag Alexander, kan je iets meer vertellen over het onderwerp van je doctoraatsonderzoek?
Kort samengevat onderzoeken we de transitie naar industrie 4.0 in de voedingsindustrie. Concreet is het idee om op zoek te gaan naar ‘strategische archetypes’. Wij willen alle mogelijke businessmodellen die door industrie 4.0 mogelijk gemaakt worden in kaart brengen om hiermee onze klanten te inspireren.
Verder willen we onderzoeken waar de Vlaamse voedingsindustrie nu staat op vlak van industrie 4.0, welke stappen er nodig zijn om de maturiteit van deze bedrijven te verhogen en wat hierbij nog de grootste barrières zijn. Er zijn binnen het klantenbestand van delaware namelijk veel voedingsbedrijven die met deze vragen zitten.
Dus je zet ook in op het begeleiden van voedingsbedrijven met de opgedane kennis uit het onderzoek?
Ja, en dat is het grote voordeel van een Baekeland-mandaat. Enerzijds is er het typische theoretische doctoraatsluik, anderzijds is een belangrijke voorwaarde om een Baekeland-mandaat binnen te halen dat er ook effectief iets gebeurt met de opgedane kennis. Dat er een toegevoegde waarde is voor de doelgroep. En hier spelen de industriële partners dan ook een belangrijke rol.
Tijdens de jurering van een Baekeland-mandaat wordt er ongeveer 50% op de inhoud van het project zelf gescoord en 50% op de valorisatiestrategie. Beide zijn dus even belangrijk.
Bij ons project is het de bedoeling om de opgedane kennis te verwerken in het business- en IT-consulting dienstenaanbod van delaware. Op basis van de resultaten van dit onderzoek zullen we het volledige industrie 4.0 transformatietraject bij voedingsbedrijven nog beter kunnen begeleiden, van strategie en voorstudie tot en met de implementatie van de technologieën. Maar het is voor delaware even belangrijk om die kennis breed te gaan verspreiden, ook naar voedingsbedrijven buiten ons klantenbestand. Dit zal gebeuren in samenwerking met Flanders’ FOOD.
Waarom koos je specifiek voor een Baekeland-mandaat en geen ander subsidiekanaal voor doctoraatsonderzoek?
Het grote voordeel van een Baekeland-mandaat is dat ik in dienst kan blijven bij delaware maar dat ik tegelijk toch mijn ambitie kan waarmaken om een doctoraatsonderzoek in samenwerking met een universiteit als wetenschappelijke promotor uit te voeren. Daarnaast is er een formeel samenwerkingscontract afgesloten tussen VLAIO, delaware, de Faculteit Bedrijfswetenschappen en Economie van Universiteit Antwerpen en Flanders’ FOOD, waarin is opgenomen hoeveel tijd er wordt vrijgemaakt om aan het onderzoek te werken. Ikzelf werk nu bv. 4 dagen per week aan het doctoraat, wat mij toelaat voldoende tijd aan het onderzoek te besteden. Wanneer ik dit als werknemer zou moeten opnemen in mijn dagdagelijkse taken, zou ik nooit diezelfde focus kunnen bereiken.
De grootste voordelen van een doctoraat via een Baekeland-mandaat zijn naar mijn gevoel dus dat je in dienst kan blijven van een industriële partner en dat je op die manier de link met de praktijk behoudt, zowel tijdens het onderzoek als bij de valorisatie ervan.
Waarom is het voor een bedrijf interessant om te investeren in doctoraatsonderzoek via een Baekeland-mandaat?
Voor delaware specifiek is het zeer interessant omdat het onderzoek volledig aansluit bij onze strategische doelstellingen, namelijk het bieden van oplossingen die toegespitst zijn op de verschillende industrieën die we bedienen. Concreet levert dit onderzoek een grote bijdrage aan onze kennis en expertise voor de voedingssector, waardoor we onze klanten in deze sector nog beter zullen begrijpen en onze diensten nog beter op hun noden zullen kunnen afstemmen.
Bij delaware heb ik zelf voorgesteld om een doctoraat op te starten. Ik denk echter dat dit bij een Baekeland-mandaat ook vaak omgekeerd gebeurt. Een bedrijf dat met een bepaald vraagstuk zit, kan op zoek gaan naar een geschikte kandidaat om een doctoraatsonderzoek op te starten via een Baekeland-mandaat.
Via de financiële subsidie van een Baekeland-mandaat krijgt een bedrijf natuurlijk ook een duwtje in de rug om dit onderzoek op te starten. Het basissteunpercentage bedraagt 50%. Zonder het Baekeland-mandaat is het voor een bedrijf bovendien veel minder evident om een samenwerking met een universiteit of een speerpuntcluster zoals Flanders’ FOOD op te zetten.
Kan je de rol van Flanders’ FOOD als wetenschappelijke copromotor verder toelichten?
delaware is de industriële promotor van het doctoraatsonderzoek, de Faculteit Bedrijfswetenschappen en Economie van Universiteit Antwerpen is de wetenschappelijke promotor en Flanders’ FOOD treedt op als wetenschappelijke copromotor. Vanuit deze rol waakt Flanders’ FOOD mee over de behapbaarheid en relevantie voor de voedingsindustrie en de verspreiding van de kennis, terwijl Universiteit Antwerpen waakt over de wetenschappelijke kwaliteit van het dossier en ervoor zorgt dat het onderzoek doctoraatswaardig is.
Toen delaware en Universiteit Antwerpen het dossier in september 2021 voor de eerste keer indienden bij VLAIO waren we niet geselecteerd. Dankzij VLAIO kwamen we wel in contact met Inge Arents van Flanders’ FOOD.
We hebben vervolgens de kennis van Flanders’ FOOD over de voedingsindustrie geïmplementeerd in het dossier om het inhoudelijk sterker te maken. In de eerste ronde was het voor ons niet evident om te weten hoe de selectieprocedure en jurering van een VLAIO dossier verloopt en wat alle randvoorwaarden of nuances zijn. Aangezien Flanders’ FOOD al vele projectdossiers heeft ingediend op Vlaams en Europees niveau, was de feedback van Flanders’ FOOD op dit vlak heel waardevol voor ons. Bij de tweede indiening in april 2022 werd het dossier goedgekeurd door VLAIO.
Mogen we dan stellen dat de samenwerking met Flanders’ FOOD de slaagkansen van je doctoraatsaanvraag vergrootte?
Ja, dat denk ik wel. Bovendien, als je het dossier verdedigt bij VLAIO en je kan zeggen dat Flanders’ FOOD mee in het dossier betrokken is, dan geeft dat ook een soort garantie aan VLAIO dat het project goed gescreend is. Flanders' FOOD zal zich namelijk niet engageren voor een project waar ze niet achter staan.
Maar de samenwerking met Flanders’ FOOD is voor ons ook meer dan dat. We willen zoveel mogelijk bedrijven engageren om mee te doen aan ons onderzoek. Wij gaan daarvoor natuurlijk onze klanten mobiliseren, maar we willen graag zo veel mogelijk voedingsbedrijven bereiken. Hoe groter de input voor ons onderzoek, hoe relevanter het wordt voor de sector. Wij voelen dat Flanders’ FOOD hierin een cruciale rol kan spelen door het engageren van jullie netwerk. Jullie vertegenwoordigen als 1 partij namelijk de volledige voedingsindustrie. Daarnaast vinden we dat de jarenlange expertise van Flanders’ FOOD in de voedingsindustrie voor de verschillende onderdelen van het onderzoek van groot belang is. Jullie kunnen als expert namelijk input geven op elk werkpakket in het dossier.
En ten slotte rekenen we ook op Flanders’ FOOD om kennis te helpen verspreiden binnen de voedingsindustrie. Voor delaware is de valorisatie gericht op de diensten die wij aanbieden aan onze klanten. Voor de brede verspreiding van de resultaten en kennis naar de Vlaamse en Europese voedingsindustrie is het daarom goed om een onafhankelijke partner als Flanders’ FOOD mee aan boord te hebben.
"Veel bedrijven in de voedingsindustrie worstelen met de implementatie van Industrie 4.0 en ontbreken een duidelijk beeld van de voordelen die het met zich kan meebrengen."
Alexander Naessens is Industrie 4.0-expert bij delaware Belux. In zijn PhD onderzoekt hij via welke businessmodellen bedrijven waarde kunnen creëren door de toepassing van industrie 4.0-technologieën en welke stappen zij moeten nemen om dit te realiseren. Hiervoor is Alexander nog op zoek naar zowel bedrijven die nog aan het begin van deze zoektocht staan als bedrijven die reeds een businessmodelinnovatie opgestart of zelfs voltooid hebben. Heb je interesse om deel te nemen aan dit onderzoek én als eerste inzage te krijgen in de resultaten? Aarzel niet om contact op te nemen met Alexander via Alexander.Naessens@delaware.pro.