De tarwe variëteiten die we gebruiken worden geteeld volgens strenge normen opgelegd door het landbouwbeleid. Elke tarwe wordt tot op de vezel onderzocht. Onze inlandse tarwe kopen we regionaal, andere tarwe wordt per schip aangevoerd, om zo de ecologische voetafdruk te beperken. Zegt, Stijn Vander Donckt.
Hij weet echt wel waarover hij praat. Hij leerde brood bakken in de houtgestookte steenoven bij zijn grootvader, het deeg werd gekneed in een trog. De kleine Stijn was gefascineerd door het vuur, het forse kneden van zijn grootvader en het wonder: een homp deeg die in de oven verdwijnt en als brood weer verschijnt. Niemand in de familie keek verbaasd op dat hij al als tiener resoluut koos voor de bakkersstiel.
Na mijn bakkersopleiding, heb ik opleidingen gevolgd als technoloog en in verschillende molens in het buitenland, om meer te begrijpen over de grondstoffen. Wat zit er achter dat wonder dat mijn grootvader zo goed in de vingers had? Daar wou ik meer over weten.
Bij Molens T’Kindt ben ik verantwoordelijk voor de productontwikkeling en onze laboratoriums. Hier krijg ik dagelijks de kans om mijn kennis nog te vergroten. Zeg niet zomaar bloem of meel, maar alles hangt af van de kwaliteit van de tarwe die hier binnenkomt en ons eigen, specifiek maalproces dat we in de loop der jaren ontwikkeld hebben. We stellen geur en smaak voorop. Hierdoor creëren we een authentiek product op een moderne manier gemaakt, zo verfijnd dat we vandaag aan een brood kunnen zien of het basisproduct uit één van onze molens komt. Een klant die kiest voor Molens T’Kindt, kiest resoluut voor deze eigenschappen. Voor ons is meel geen banaal product, maar de basis voor een lekker brood.
Molenaar Frederiek toont een schip dat aan de Scheldekaai ligt in Kerkhove, tussen Oudenaarde en Avelgem. Een dikke arm zuigt de tarwe in de hoge toren van het maalbedrijf. Bij elke vracht, worden er verschillende stalen genomen. De kwaliteit wordt nauwgezet gecontroleerd in onze 2 labo’s. We beoordelen de tarwe op geur, smaak, eiwit, structuur van het eiwit, deegeigenschappen en tal van andere parameters.
Moet je een slag van de molen hebben om vandaag nog molenaar te zijn? Frederiek kan een grapje wel appreciëren. Hij beaamt dat het allemaal bijzonder technisch is en precies daarom is hij er nog lang niet op uitgekeken. “Dat maakt het ook allemaal zoveel boeiender.”
“We weten wat elke bakker wenst”, zegt Stijn. Elkeen heeft zijn eigen nuances. “Ik weet precies welke producten onze bakkers maken en welk soort meel ze daarvoor nodig hebben. Dat heeft tijd gekost. Dat ik hier een heel parcours heb doorlopen, helpt natuurlijk: eerst als laborant, daarna als proefbakker, productontwikkelaar, kwaliteitsverantwoordelijke en nu als verantwoordelijke voor het labo, R&D en een stuk inkoop. Ik ken elke vezel van dit bedrijf. Onze manier van malen is heel typisch voor onze molen. Dat maakt onze producten uniek!”
De zaakvoerder, Rudo T’Kindt, is een fervent lekker brood liefhebber. Daarom worden bij molens T’Kindt alle investeringen gedaan in functie van de kwaliteit. Zijn motto: “Lekker brood begint bij lekker meel”. Onze productlijn PUUR is de kers op de taart.
pH van zuurdesem
Hoe kunnen we onze methode nog verfijnen voor het meten van de pH van zuurdesems, voordegen en degen? Dat is de boeiende vraag die Stijn namens Molens T’Kindt voorlegde aan Flanders’ FOOD. Desems en degen houden het midden tussen vloeibaar en vast. De pH snel, correct en ook buiten het labo kunnen meten is inderdaad niet eenvoudig.
Molens T’Kindt nam deel aan het Flanders’ FOOD project Innocereal (over fermentatiestrategieën van verschillende graangewassen), uitgevoerd aan de Universiteit van Brussel, geleidt door Prof. De Vuyst. “Het project was bijzonder interessant voor ons, omdat wij als bedrijf heel sterk focussen op geur, smaak en voedingswaarde van brood, zegt Stijn. Voor het project werden er ook verschillende luchtmonsters in onze molens genomen om te zien welke invloed de molen heeft op de desems. De conclusies waren interessant. Molens T’Kindt is al decennia bezig met desems. We hebben zelfs onze eigen startercultuur die we aanbieden aan onze klanten. Het project heeft zeker een invloed gehad op de bereiding van onze desems. Bij elke samenkomst van de projectgroep neem je nuttige tips en interessante ideeën mee. Er wordt over zuurdesem nogal rond de pot gekletst,” zegt Stijn. “Nu weten we hoe het echt in elkaar zit.”
“Innocereal is een project dat een nieuwe cultuur wenst te creëren door bereidingen aan te moedigen volgens oude tradities. Brood maken met desem is daar een mooi voorbeeld van.”
“Een van die oude tradities bij Molens T’Kindt kreeg de naam ‘PUUR’. Een gamma meelsoorten, dat samengesteld is uit pure granen en/of zaden. Toevoegingen dulden we niet. Met onze specifieke methode kan de bakker fantastische, pure, traditionele broden bakken. Met ‘PUUR’ mikken we op de ambachtelijke bakker die in zijn assortiment PUUR ambachtelijke producten wil aanbieden. Klanten appreciëren onze ambachtelijke aanpak almaar meer. Dat vernemen we van onze vertegenwoordigers die dagelijks op de baan zijn.”
Leren in een wedstrijd
De lat altijd hoger leggen. Altijd maar bijleren. De drive van Broodspecialist, Stijn Vander Donckt is opmerkelijk. Zijn doel is om de Belgische bakkerijcultuur op een hoger niveau te tillen. Daarom neemt hij ook deel aan wedstrijden. In 2014 werd hij Belgisch kampioen bakkerij, begin 2015 behaalde hij internationaal zilver in Italië en eind 2015 nam hij deel aan het Europees kampioenschap bakkerij. “Eigenlijk een uit de hand gelopen hobby. In wedstrijden zie ik zaken uit de sector die het alledaagse overstijgen. Het biedt ook mogelijkheden om contacten te leggen in binnen-en buitenland. Alles in wat ik doe is gericht op verbetering van kwaliteit en smaak. Dus ja, ook het deelnemen aan die wedstrijden.” En dat is volgens Stijn echt nodig, want bijvoorbeeld in Nederland en het Verenigd Koninkrijk zie je ambachtelijke bakkers onder de kerktoren verdwijnen. “Ik vrees dat je de ziel uit een dorp gaat wegrukken als de bakker verdwijnt. Het vuur van de bakkersoven is de gloed, de ziel van het dorp. Laat ons dat koesteren.”