Innovatiemanagers aan het woord - Circulaire Economie

Wat doet Flanders' FOOD? Wie zijn we? Waar houden we ons mee bezig? Al die vragen proberen we te beantwoorden in onze nieuwe rubriek. We geven aan de hand van verschillende interviews een blik achter de schermen bij Flanders' FOOD. Twee innovatiemanagers bijten de spits af: Marie Demarcke en Bianca Lefevere vertellen wat hen dagelijks bezighoudt.

Wat is een innovatiemanager volgens jullie?

Bianca: De innovatiemanager is een facilitator, degene die de Vlaamse voedingsbedrijven ondersteunt en stimuleert in innovatie door projecten te begeleiden, evenementen op te zetten en advies te geven.

Marie: We zijn projectmakelaars in de brede zin van het woord: partijen samenbrengen om projecten op te zetten. Door samenwerking streven we eigenlijk naar open innovatie. Dat is wat Flanders’ FOOD echt uitdraagt. Onlangs vroeg iemand mij “Open innovatie, dat is toch een illusie?” Ik heb toen geantwoord: “Eigenlijk betekent dat: proberen het niveau te bereiken van de ideefase die niet meer gelinkt kan worden aan bedrijfseigen ideeën, want die zijn confidentieel en moeten we ook zo behandelen.” We moeten tot een niveau komen waar ideeën vrij kunnen bloeien tussen bedrijven, kennisinstellingen en de overheid.

De gemiddelde dag van een innovatiemanager, hoe ziet die eruit?

circulaire economie

Bianca Lefevere: Dat is een vraag die ik heb gesteld tijdens mijn sollicitatie en die bleek niet zo eenvoudig te beantwoorden. Een gemiddelde dag bij Flanders’ FOOD bestaat gewoonweg niet. Elke dag is zo gevarieerd: de ene dag heb je een vergadering met onderzoekers, de andere dag een bedrijfsbezoek, dan weer een evenement of een congres...

Kunnen jullie dan vertellen wat jullie job typeert?

Bianca: Je komt met verschillende bedrijven uit verschillende sectoren in contact. Je probeert zoveel mogelijk linken te leggen tussen het wetenschappelijk onderzoek en de noden die er bij bedrijven heersen.

Marie: Wat het werk typeert is dat je zoveel projecten – kleine en grote – naast elkaar draaiende houdt. Multitasking is een belangrijk onderdeel van het werk.Tussendoor verdiepen we ons in dossiers en informatie van alle kanten. We proberen altijd up-to-date te zijn in ons expertisegebied.

Bianca: Het is zeker niet saai!

Marie: Nee, dat is het zeker niet. Het vergt een heel open geest, om bij bedrijven goed te luisteren en op te nemen waarmee ze bezig zijn om daaruit te destilleren wat je eventueel kan linken aan andere partijen. De job is heel boeiend, maar ook veeleisend.

Wat motiveert jullie?

Marie: In eerste instantie vind ik het heel fijn om met zoveel verschillende mensen en partijen in contact te komen. [Bianca beaamt] Je stapt binnen bij een bedrijf waar ze bepaalde ideeën of dromen hebben. Vaak weten ze door tijdsgebrek niet goed hoe ze het moeten aanpakken. Wij kunnen dan deuren voor hen openen en hen helpen met een aantal belangrijke vragen: Hoe moet je een project opzetten?; Welke financiering is er? Welke mogelijke partners zijn er?... Projecten opzetten die bedrijven effectief vooruit helpen, dat vind ik fantastisch.

Bianca: Dat vind ik ook. Daarnaast vind ik het heel interessant om te brainstormen met bedrijven. Na zo'n brainstorm krijg je vaak de reactie dat het interessant was om de tijd te nemen om tot nieuwe ideeën te komen en verder dan de korte termijn te kijken. Innovatiemanager bij Flanders’ FOOD is mijn eerste job en op deze manier kom ik in aanraking met de dynamiek van het bedrijfsleven binnen verschillende sectoren. Ik leer elke dag nog veel bij.

Marie: Ja, ik vind dat ook fijn. Voor mijn job bij Flanders’ FOOD heb ik aan een doctoraat gewerkt en dat is heel specifiek en sterk onderzoeksgericht en nu kan je overgaan tot de implementatie van die resultaten en zie je dat bedrijven daardoor kunnen groeien, innoveren en investeren.

Jullie werken allebei rond het thema circulaire economie. Wat is dat juist circulaire economie? 

Marie: Voor mij wordt circulaire economie vaak gereduceerd tot valorisatie van nevenstromen, maar het gaat breder dan dat. Het gaat over een nieuwe balans zoeken zodat we de grondstoffen niet uitputten. Het gaat ook verder dan het maximaal gebruik maken van grondstoffen. Het is zoeken naar grondstoffen die minder impact hebben en minder intensief zijn naar water- en grondgebruik.

En meer concreet. Waar zijn jullie mee bezig binnen het thema? 

circulaire economie

Marie Demarcke: Op dit moment ben ik bezig met Food from Food: een project waar we proberen nevenstromen die in de aanbieding zijn zoveel mogelijk te koppelen aan nieuwe toepassingen en aan bedrijven die met die nevenstromen nieuwe producten of ingrediënten kunnen maken. Het belangrijkste wat we doen is eigenlijk matchmaking tussen die twee kanten, om nevenstromen die normaal richting compostering of dierenvoeding gaan terug naar humane voeding te brengen, waardoor we efficiënter omgaan met de grondstoffen die we oogsten.

Bianca: Ik heb vorig jaar mijn eerste project geschreven. Het heet Sucr’eau en het gaat over waterhergebruik bij de tweede blancheerstap bij aardappelbedrijven. Tijdens het verwerkproces van aardappel naar friet gebeuren er twee blancheerstappen. Bij die tweede blancheerstap is het water eigenlijk redelijk zuiver en zullen we proberen die aanwezige suikers en het zetmeel uit het water te halen (en mogelijks valoriseren) met behulp van verschillende scheidingstechnieken. Op die manier kan het water gerecupereerd en hergebruikt worden.

Marie : Er komt ook nog een heel interessant evenement aan rond nevenstromen op 24 april, Food Forward: Next Generation innovation. Het evenement bevat een studentenwedstrijd op Europees niveau rond productontwikkeling. Studenten vormen een interessante groep, omdat ze de toekomstige generatie producenten en ontwikkelaars zijn, maar ook omdat ze vrijuit kunnen ontwikkelen, los van bestaande bedrijfsstrategieën. Vanuit Flanders’ FOOD en Wagralim omkaderen we de wedstrijd met een seminarie en verschillende break-out sessies. We zorgen voor de nodige interactie tussen de studenten, bedrijven en professoren.

Bianca: Nog een interessant evenement: op 24 oktober organiseert Aquarama de Vlaamse watertechnologiebeurs in de Brabanthallen van Leuven. Ook dit jaar worden er een aantal workshops voorzien, gericht op de voedingsindustrie, waarvoor watercircle.be de handen in elkaar slaat met Flanders’ FOOD en VMx.

We zijn tien jaar later, wat zijn de belangrijkste evoluties in de voedingssector en hoe hopen jullie hiertoe bij te dragen?

Bianca: Ik denk dat samenwerking het sleutelwoord zal zijn. Samenwerking tussen alle schakels in de keten, gepaard met het hele verhaal rond digitalisering. Het is noodzakelijk dat iedereen hierin een rol speelt. Ik geloof dat digitalisering de circulaire economie nog meer vorm zal geven.

Marie: Digitalisering zal de circulaire economie zeker boosten, want data zijn alles. Nu worden sommige nevenstromen nog niet eens gemeten. Digitalisering, datastromen... die zaken zullen ervoor zorgen dat bedrijven beter met elkaar samenwerken, waardoor er enerzijds minder voedselverliezen zijn en de keten anderzijds transparanter zal worden. Daarnaast, als je weet dat 20% tot 30% van onze ecologische voetafdruk van voeding komt, hoop ik dat innovatie over 10 jaar een reële impact heeft om dat percentage naar beneden te halen.

Stel je krijgt CARTE BLANCHE, welk project begeleid je?

Marie: Dat is een moeilijke vraag want we zijn altijd de underdog, de facilitator voor vragen of ideeën

Laten we dan zeggen: in welk project zou je graag een rol spelen?

Bianca: Ik ben heel geïnteresseerd in het onderzoek om van zout water, drinkbaar water te maken. Het zou veel problemen kunnen oplossen. Momenteel bestaan hiervoor al manieren, maar die zijn nog heel duur en energie-intensief. De uitdaging hierin is echter dat we lange termijn oplossingen vinden en geen nieuwe problemen creëren door enkel te focussen op het vervangen van uitgeputte bronnen.

Marie: Ik heb het project Reskia begeleid rond residuarme kiemremming, waar we op zoek gingen naar alternatieven voor CIPC. Dat is hoogstwaarschijnlijk niet het enige product dat zal worden verboden. Vanuit het Europese voorzorgsprincipe zullen er heel wat chemische middelen moeten verdwijnen. Ik zou graag een rol spelen in projecten die leiden tot een aardappelindustrie die kan blijven groeien zonder al die middelen, omdat ik ervan overtuigd ben dat het een win-win is. Het zal ons aanzetten om meer in te zetten op preventie in de teelt, wat bodemkwaliteit en ecologie in het algemeen ten goede zal komen.

contacten

Marie Demarcke
community manager