en neem deel aan het Flanders’ FOOD project Palm-O-Free, nu de Hoge Gezondheidsraad (HGR) het advies heeft uitgebracht de inname van de zogenaamde “atherogene” verzadigde vetzuren (ath-VVZ) te beperken. In ons voedingspatroon zijn boter, room en palmolie de belangrijke toeleveranciers van deze vetzuren. State-of-the-art-wetenschap biedt echter mogelijke alternatieven.
Nog voor het advies van de HGR is door Flanders’ FOOD een projectvoorstel gelanceerd om tegemoet te komen aan de toenemende vraag en druk vanuit consumenten en (buitenlandse) retailers om producten op de markt te brengen die vrij zijn van palmolie. Deelnemen kan nog steeds. De uitdaging van dit project bestaat er dus in om alternatieven te vinden voor palmolie met gelijkaardige technologische en economische karakteristieken. Het feit dat de HGR (zie kader) een duidelijk onderscheid maakt tussen ath-VVZ en niet-ath-VVZ (zoals stearinezuur), biedt opportuniteiten om voor palmolie alternatieven te vinden met een gezonder vetzuurprofiel en met vergelijkbare functionaliteiten. In het voorgestelde project wordt een veelzijdige benadering geïntroduceerd in die zoektocht naar alternatieven:
- Er wordt vertrokken vanuit de klassieke strategie waarbij oliën en vetten gemengd en gemodificeerd worden (bv. interveresteren) om zo vetmengsels te bekomen met gelijkaardige functionaliteit als palmolie.
- Een meer fundamentele strategie bestaat uit het structureren van vloeibare oliën door toevoeging van mono- en diacylglycerolen.
- Er zal worden gezocht naar nieuwe (tropische) bronnen van plantaardige olie met gelijkaardige functionaliteit als palmolie.
Het gebruik van deze veelzijdige aanpak verzekert dat de probleemstelling van verscheidene invalshoeken zal worden bekeken waardoor de kans op het vinden van een werkbare oplossing vergroot. De functionaliteit van de nieuwe vetten zal uitgebreid worden getest in voedingsmiddelen (margarine, spreads, shortenings, chocoladevullingen en bakkerijproducten) en zowel de vetten als de voedingsmiddelen zullen uitvoerig sensorisch worden geëvalueerd, wat de resultaten uit het project direct toepasbaar maakt voor de deelnemende bedrijven.
Een greep uit de aanbevelingen van HGR
- Slechts een gedeelte van de verzadigde vetzuren heeft een atherogeen vermogen (ath-VVZ: C14:0, C12:0, C16:0). Hoge innamen van ath-VVZ verhogen het cardiovasculair risico. Het is bijgevolg aanbevolen om de innamen van de ath-VVZ te beperken tot minder dan 8% van de totale energiebehoeften, des te meer aangezien deze niet onontbeerlijk zijn.
- Palmolie is rijk (>40%) aan ath-VVZ. Deze olie wordt rijkelijk in een groot aantal voedingswaren en preparaten verwerkt.
- Voor vloeibare vetten zou het gemakkelijk moeten zijn om palmolie te vervangen door andere plantaardige oliën die arm zijn aan ath-VVZ en rijk zijn aan onverzadigde vetzuren (mits voorzorgsmaatregelen om oxidatie te voorkomen).
- Voor vaste vetten zou de voorkeur moeten gaan naar oliën die rijk zijn aan niet-atherogene VVZ, zoals stearinezuur. De productie van deze oliën zou dan ook moeten worden geoptimaliseerd opdat deze tegen een competitieve prijs zouden kunnen worden vervaardigd. Met betere informatie (en duidelijke etikettering) zou het mogelijk moeten zijn om het verbruik van voedingsmiddelen die rijk zijn aan vaste vetten te beperken en om de verbruiker (aanzienlijk) gezondere voedingskeuzes te laten maken.
Bronnen
- Advies Hoge Gezondheidsraad, 9 september 2013.
- http://2013.flandersfoodprojecten.com/2013/stap5/