Allergenen gevaar

Risico-evaluatie van allergenen in functie van proces-, product- en installatie-eigenschappen tijdens verdringing en na reiniging

Waarom dit project?

De beheersing van verdoken allergenen, die onbedoeld en veelal accidenteel aanwezig kunnen zijn in levensmiddelen vormen voor de voedingsindustrie een belangrijke uitdaging. De overdracht van kleine hoeveelheden allergeen eiwit betekent immers reeds een reëel risico voor de allergische consument. In gesloten en open productieprocessen kunnen productresten en dus allergenen overblijven, die de volgende productiebatch(en) kunnen contamineren. Deze kruiscontaminatie kan ontstaan indien verdringing van producten wordt toegepast of indien een tussentijdse reiniging niet efficiënt is verlopen.

Onderzoek en resultaten

ALLMOD was een collectief onderzoeksproject (type VIS-CO), met als doel het nagaan van de impact van procesinstallaties, productiecondities en producteigenschappen op de allergenencontaminatie, en de optimalisatie van reinigingstechnieken als interventiestrategie. Hieruit werd de overdracht van allergenen in productieprocessen in kaart gebracht voor verschillende productmatrices, om te identificeren welke parameters de meeste invloed hebben op de kruiscontaminatie van allergenen. Op die manier kunnen door de voedingsindustrie prioriteiten gesteld worden in het kader van hun allergenenmanagement.

De onderzochte matrices waren melk, emulsies, suspensies, brooddeeg, patédeeg en deli-salades. De allergenen waar specifiek naar werd gekeken waren gliadine (gluten), hazelnooteiwit, lysozyme (ei), caseïne (melk) en soja-eiwit. Voor deze laatste twee werd echter geen optimale detectietechniek gevonden, waardoor vooral naar de andere drie werd gekeken als indicator-allergenen.

De kruiscontaminatie en persistentie van allergenen werd voor verschillende processen en parameters in kaart gebracht:

  • Open processen: Kruiscontaminatie na verdringing bij productie van brooddeeg, patédeeg en deli-salades.
  • Gesloten processen: Verdringing van melk in een pilootzuivelinstallatie en in een buizennetwerk op laboschaal.
  • Contactmaterialen: Adhesie van de zes verschillende matrices aan enkele gangbare voedselcontactmaterialen (RVS, HDPE, teflon en neopreen).
  • Reinigingsprotocol: Detecteerbaarheid van de indicatorallergenen na contact met de reinigingsmiddelen en effect van reiniging bij open processen.

Op basis van de bevindingen werden adviezen en protocollen opgesteld, om een betere risico-inschatting te kunnen van de aanwezigheid van (sporen van) allergenen in het product door kruiscontaminatie in de productie-omgeving.

Projectpartners

Flanders’ FOOD beheert en coördineerde het project. De uitvoering was in handen van:

  • Ugent, Vakgroep voedselveiligheid en voedselkwaliteit – Laboratorium voor levensmiddelechemie en humane voeding – Bruno De Meulenaer en Liesbeth Jacxsens
  • HoGent, Vakgroep Levensmiddelenwetenschappen en –technologie – Mia Eeckhout en Kathy Messen

Aanschaffen van de resultaten

Het project is afgelopen sinds 14/02/2013, maar het rapport met de resultaten, de adviezen en de protocollen kunnen wel nog besteld worden. Bij de bestelling van het rapport kan er ook een persoonlijke toelichting worden gegeven door de verantwoordelijke projectmanager (Marie Demarcke). De prijs hiervan is afhankelijk van de deelnameprijs voor een project, en is afhankelijk van de ouderdom van de resultaten en de grootte (aantal werknemers) van het bedrijf. Voor meer info en/of een bestelling, neemt u best contact op met de projectbeheerder.

Nuttige link

Handleiding VITAL (Voluntary Incidental Trace Allergen Labelling)