De ene oudere is de andere niet, wat ze willen eten al evenmin

Er wordt veel geschreven en gedaan rond de vergrijzing van de maatschappij, en ook de rol die voeding daarin speelt. Probleem is dat daarbij het begrip ‘ouderen’ weinig gespecifieerd is, en verschillende problematieken door elkaar worden gehaald. Wij hebben enkele bomen uit het bos gehaald en een onderverdeling gemaakt tussen verschillende groepen ouderen.

Voeding speelt een essentiële rol in het gezond ouder worden en gezond oud zijn. Dat hebben velen intussen gemerkt, en voor de voedingsindustrie, zorginstellingen en –cateraars en ingrediënten- en technologieleveranciers liggen dan ook heel wat opportuniteiten te wachten. Maar de info waarmee we bestookt worden vanuit allerlei kanalen is fragmentarisch, en ofwel té gedetailleerd (veelal op academisch niveau) ofwel te weinig gespecifieerd, waarbij alle ouderen over één kam worden geschoren.

Maar er zijn erg grote verschillen tussen 60 plussers, waarbij de leeftijd niet altijd een goede indicatie is voor hun voedingsbehoeften. Daarom hebben we in het project ‘SeniorFOOD’ besloten om een indeling te maken tussen ouderen op basis van hun medische toestand, met daaraan gerelateerd hun graad van zelfredzaamheid en mogelijkheden met betrekking tot de aankoop, bereiding en consumptie van voedsel. In welke categorie de ouderen vallen bepaalt dan het aankoopkanaal van hun voeding, geeft ook een grove indicatie van hun nutritionele noden, en hangt zelfs voor een deel samen met hun voedingsgewoonten. In het project hebben we een onderscheid gemaakt tussen vier categorieën van ouderen, die we ook kwalitatief bevroegen over hun prioriteiten, houding ten opzichte van aangepaste voeding, etc…

Niet zorgbehoevende ouderen die zelfstandig thuis wonen

Tot deze categorie van ouderen behoren voornamelijk mensen van de babyboomgeneratie, en soms ook al wat ouder. Zij zijn nog in goede gezondheid en willen dat ook liefst zo lang mogelijk zo houden. De nadruk ligt bij hen dus vooral op preventie van ziekten. Waar ze wel vaker mee kampen dan de algemene populatie zijn de typische welvaartsziekten zoals overgewicht, type 2 diabetes en hart- en vaatziekten. Maar gelukkig zijn de meeste onder deze ouderen wel bewust van het feit dat voeding een belangrijke rol speelt in het gezond ouder worden. Zij zorgen quasi volledig zelf voor de aankoop en bereiding van hun voeding en doen hun aankopen veelal via de retail. Deze groep heeft, zeker in vergelijking met de andere groepen, vrij moderne eetgewoonten, en staat ook voor vrij veel zaken open, inclusief functionele voeding (mits een goede vermarkting) om hun gezondheid in stand te houden en convenience producten, om veel tijd te kunnen vrijmaken voor hobby’s en andere activiteiten. Prijs is voor hen geen breekpunt.

Deze groep is erg interessant voor veel bedrijven die producten maken voor de retail, maar de kwantitatieve informatie ontbreekt nog om de gewoonten en voorkeuren van deze groep goed in kaart te kunnen brengen en een aangepaste marketingstrategie op te maken. 

Ouderen die zelfstandig thuis wonen en weinig zorgbehoevend zijn

De ouderen die tot deze categorie behoren kampen met een aantal gezondheidsongemakken die het boodschappen doen en/of het koken bemoeilijken, maar zijn wel nog in staat om grotendeels zelf hun aankopen te doen via retail. Autonomie en zelfcontrole bij de keuze van het menu en het bereiden van de maaltijd is zeer belangrijk voor deze ouderen, ook wanneer ze steeds meer met fysieke beperkingen geconfronteerd worden. En die beperkingen hebben een weerslag op de variabiliteit in hun voedingspatroon, zoals het vervangen van warme maaltijden door broodmaaltijden omdat bereiding te moeilijk wordt, of het weglaten van groenten omdat schillen en snijden te moeilijk wordt. Producten voor deze categorie ouderen zijn dus veelal gericht op preventie van veel voorkomende aandoeningen (en dat zijn er hier al wat meer dan in de vorige groep), maar ook op het omgaan met die gezondheidsproblemen, en die daarbij het bereiden van maaltijden kunnen vergemakkelijken, en hen in staat stellen gemakkelijker een evenwichtig voedingspatroon te blijven volgen. Voorgesneden groenten en halfbereide maaltijdcomponenten kunnen daarbij een ondersteuning bieden aan ouderen die moeilijkheden hebben met het koken, ofwel door fysieke beperkingen ofwel door gebrek aan kookvaardigheden of interesse in koken. De gewoonten van deze groep zijn veeleer traditioneel.

Ouderen die thuis wonen en zorgbehoevend zijn

Deze cluster vormt een overgangsgroep. Ouderen die thuis wonen en zorgbehoevend zijn kopen voeding aan via zorgcatering of via de retail. Omdat koken quasi onmogelijk is geworden, omdat ze niet beschikken over voldoende kookvaardigheden of omdat koken voor zichzelf alleen niet de moeite loont kiezen ze vaak voor aan huis levering van maaltijden. Deze groep kampt met verschillende gezondheidsproblematieken, vaak te wijten aan te eenzijdige voeding en/of gebrek aan eetlust door de achteruitgang van smaakperceptie en/of te snelle verzadiging. Belangrijk voor deze groep is om ze een gevarieerd eetpatroon, rijk aan vitamines, mineralen, vezels en eiwitten aan te meten. Dat kan door de producten smaakvoller te maken, een toegankelijke textuur te geven, voldoende variatie aan te bieden, en ervoor te zorgen dat ze vaker eten.

Zwaar zorgbehoevende ouderen in de residentiële ouderzorg

Zwaar zorgbehoevende ouderen die verblijven in een woonzorgcentrum (WZC) of een rust-en verzorgingstehuis (RVT) zijn voor hun maaltijden volledig afhankelijk van de zorgcatering of de keuken in het WZC of RVT. Maaltijdconcepten voor deze ouderen zijn veelal gericht op het stimuleren van voedsel- of nutriënteninname om (het risico op) ondervoeding terug te dringen. De mogelijke gevolgen van ondervoeding zijn immers niet te onderschatten: verhoogde mortaliteit, toename van co-morbiditeiten, lichamelijke en psychische deterioratie en significante stijging van de kosten voor de gezondheidzorg. Deze ouderen kampen vaak met dementie, kauw- en slikproblemen en/of maagdarmproblemen waardoor ze een verhoogd risico hebben op ondervoeding. En die problemen van deze ouderen, die sowieso al (relatief gezien) verhoogde behoeften hebben voor inname van bepaalde micro- en macronutriënten, zullen door ondervoeding alleen nog maar erger worden. De aanpassingen in hun voedingsaanbod liggen bij deze groep in dezelfde lijn als bij de vorige, ie, meer nutriëntdense voeding, smaakvoller, toegankelijkere texturen en vaker kleine porties voorzien. Daarnaast is het ook erg belangrijker om het hele eetgebeuren aangenamer te maken voor deze mensen, want als ze plezier beleven aan de maaltijd zullen ze ook gemakkelijker en gevarieerder gaan eten. Ook voor hen moet eten één van de kleine deugden des levens blijven, en zeker geen noodzakelijk kwaad worden!

Bron

Mertens T, Morren K, Morren S, Matthys C, Boeckx H, Vermuyten S, Storms B, Claes J & Boone C (2015) SeniorFOOD - Voeding voor senioren: Opportuniteiten en uitdagingen. Eindrapport Flanders’ FOOD project, 18/03/2015.