De laatste editie uit de allergiereeks, met de belangrijkste conclusies over omgaan met allergieën en allergenen. En uiteraard tips om er als bedrijf op in te spelen.
Er zijn meer dan 14 allergieën
Dat voedselallergieën in opmars zijn, is duidelijk. En dat de prevalentie intussen dermate hoog is dat we als voedingsindustrie dit niet naast ons kunnen neerleggen, ook (zie ook deel 11: Oorzaken en gevolgen van allergieën en intoleranties).
Volgens het Amerikaanse Centre for Disease Control and Prevention (CDC) wordt meer dan 90% van de voedselallergieën veroorzaakt door 8 types voeding: eieren, melk, tarwe, pinda, noten, soja, vis en schaaldieren. Er zijn 14 soorten verplicht te etiketteren, maar daarmee is het lijstje helaas niet rond. In principe kan zowat ieder voedingsmiddel een allergische reactie uitlokken. Fruit en groentesoorten, vooral uit de families Solanaceae (tomaat, paprika, aardappel), Cucurbitaceae (meloen, komkommer) en Rosaceae (aardbei, perzik, appel) geven ook vaak aanleiding tot overgevoeligheidsreacties, zij het meestal met mildere symptomen. Daardoor worden ze ook vaak niet officieel geregistreerd en zijn betrouwbare data over de prevalentie niet beschikbaar.
Maar allergenen en allergieën heb je dus in alle soorten en maten, sommige komen vooral voor bij kinderen, anderen zijn meer een probleem voor volwassenen en de ernst kan variëren van een grote kans op anafylactische shock tot slechts wat jeuk of buikkrampen. Maar ook, de ene is al veel moeilijker te onderhouden dan de andere, en sommige geven al wat meer problemen om er een gezonde levensstijl op na te houden dan de andere. En dan zijn er ook een aantal bijzondere, die een extra woordje uitleg verdienen.
Kinderallergieën versus volwassen allergieën
Kinderen reageren vooral op melk, eieren, soja, vis (kabeljauw), tarwe, sesam en pinda. Vooral bij melk, eieren en soja verdwijnt de allergie vaak spontaan en is het dus vooral kwestie van er rekening mee te houden in producten die ook voor kinderen bedoeld zijn.
Vis, tarwe, sesam en pinda zijn wat meer hardnekkig en blijven gewoonlijk problematisch op volwassen leeftijd. Daarbovenop zijn er nog de allergieën die vaak pas vanaf de puberteit (of veel later) opduiken, zoals noten, zaden, schaal- en schelpdieren, groenten en fruit, en vlees.
De killers
Pinda’s en noten zijn erom gekend dat ze zeer ernstige allergische reacties teweeg kunnen brengen. Zo’n driekwart van de spoedgevallen voor anafylactische shock en sterfgevallen ten gevolge van een allergische reactie worden veroorzaakt door pinda’s en noten. De rest van de gevallen is veelal het gevolg van een allergie voor zeevruchten, soja of melk.
De moeilijke (om mee te leven)
Een allergie of intolerantie maakt het leven sowieso wel een stuk gecompliceerder, maar bij de ene toch wel meer dan de andere. Voor sommige, zoals zeevruchten en noten is dat in de eerste plaats omdat ze erg gevaarlijk zijn waardoor de minste kruiscontaminatie of zelfs het inademen van waterdamp van ieder restaurant een ‘death trap’ maken en een sociaal leven moeilijk te onderhouden is in een cultuur die voor een groot deel rond eten draait. Bij andere, zoals tarwe/gluten, melk, ei en soja is het meer het feit dat ze werkelijk óveral te vinden zijn dat zo nu en dan door de zure appel (en de jeuk of buikkrampen) heen bijten onvermijdelijk is, en daardoor ook het sociale leven onder druk zet (of spannend maakt, het is maar hoe je het bekijkt…). En plus, dat je wel héél veel lekkers aan je moet laten voorbij gaan. En dan heb je nog diegene, die het slechtste van de twee werelden hebben geërfd, zoals in bepaalde gevallen melk en pinda.
De ongezonde
Sommige voedingsproducten die een allergische reactie uitlokken hebben jammer genoeg een bijzonder hoge nutritionele waarde die niet zo gemakkelijk te vervangen is, zoals vis en schaaldieren (omega-3 vetzuren) of noten (een combinatie van veel gezonde vetzuren, hoogwaardige eiwitten en vezels). Ook een allergie voor veelgebruikte groenten of fruit kunnen hier problematisch zijn. Bij deze allergieën is het vooral kwestie van een eetpatroon te vinden dat voldoende evenwichtig is, ondanks de beperkingen van de allergie.
Enkele speciale gevallen
Een allergie voor rood vlees is zeldzaam, maar komt in bepaalde gebieden van Amerika verdacht vaak voor. De incidentie is gecorreleerd met het voorkomen van een bepaalde tekensoort, en onderzoek wijst erop dat de beet van deze teek de allergie kan triggeren.
‘Oral Allergy Sydrome’ is een vorm van voedingsallergie waar extreme kruisreacties met pollen optreden. Dat maakt dat de hooikoorts-symptomen ook opduiken wanneer bepaalde fruit- en groentesoorten gegeten worden, en soms kan dat een hele batterij aan soorten zijn. Een dieet waarbij maar een beperkt aantal soorten groenten en fruit kunnen geïncorporeerd worden is moeilijk om gebalanceerd en gevarieerd te maken, met alle gevolgen voor de gezondheid van dien.
‘Food-dependent exercise-induced anaphylaxis’ is een specifieke vorm van ‘exercise-induced anaphylaxis’. Dat laatste duidt op het fenomeen waarbij anafylactische shock optreedt naar aanleiding van fysieke inspanning (o ja, je kan allergisch zijn aan sport…), waarbij de ‘food-induced’ versie enkel optreedt na het eten van bepaalde voedingsmiddelen. Moeilijk te herkennen, en daardoor ook wel best gevaarlijk.
Zo min mogelijk allergenen
Aangezien je voor zowat alles allergisch kan zijn, is het onmogelijk om met álle allergieën rekening te houden als voedingsproducent. Maar er zijn wel een aantal tips waar je concreet mee aan de slag kan. Bedenk ook dat het gros van de producten die een allergische consument koopt, geen expliciete vermelding ‘glutenvrij’ of ‘lactosevrij’ zullen bevatten, maar gewoon producten zijn die het allergeen van nature normaal niet bevatten.
1/ Beperk het aantal verschillende ‘organismen’ in één product
In veel producten sluipen allergenen binnen door overdracht vanuit de grondstoffen, zoals verdikkingsmiddelen en andere textureerders, kruidenmengelingen of andere smaakmakers. En het erge (voor de allergielijder) of het goede (voor de producent) eraan is dat deze vaak perfect vervangbaar zijn door een alternatief zonder allergenen. Maar door onnodig allergenen in je producten te stoppen sluit je wél een deel consumenten uit. Probeer een alternatief te vinden voor zaken zoals pinda-olie, tarwebloem/zetmeel of weiproteïnen voor producten waar deze allergenen niet standaard in te vinden zijn.
2/ Vermijd kruiscontaminaties
Allicht tot grote ergernis van mensen met een noten-allergie moeten zij chocolade aan zich laten passeren omdat chocolade quasi altijd ‘kan sporen van noten bevatten’ vermeldt. Producenten hanteren maar al te vaak het ‘better safe than sorry’ principe, en kiezen voor de gemakkelijke oplossing. Maar daarmee sluiten ze ook weer onnodig een deel consumenten buiten. Herdenken van de productlijnen en rotatie van productie, werken met gescheiden grondstoffencircuits en afgesloten productlijnen vergt enige investering, maar met de stijgende allergieproblematiek loont het wel de moeite om de mogelijkheid eens nader te onderzoeken.
3/ Stel een gamma samen uit een breed arsenaal aan basisgrondstoffen
Deze tip lijkt rechtstreeks in te gaan tegen de eerste, maar moet anders geïnterpreteerd worden en vergt toepassing van de tweede tip. Binnen één product houd je best het aantal allergenen beperkt, maar zorg ervoor dat je zelf de alternatieven aanbiedt waar allergenen roet in het eten gooien. Ontwikkel een alternatief voor pindakaas op basis van amandelen, maar gebruik gescheiden/gesloten circuits zodat kruiscontaminatie geen issue vormt. Of focus op koekjes van niet-glutenbevattende granen. Bepaalde allergieën zijn zo moeilijk te onderhouden omdat het om zo veel gebruikte grondstoffen gaat. Switch naar minder gebruikte, minder bekende grondstoffen om het probleem te beperken.
4/ Communiceer correct en duidelijk
Uiteraard moeten allergenen op de verpakking vermeld worden, maar overdrijf niet met het ‘kan sporen bevatten van’. En hoewel niet verplicht, is een kleine samenvatting van de allergenen aan het einde van de ingrediëntenlijst een groot gemak, vooral in producten die tientallen verschillende ingrediënten bevatten. Soms kan een kleine vermelding (of logo), indien wettelijk geaccepteerd, voor een allergische consument de zoektocht naar de geschikte producten een stuk vergemakkelijken. Subtiele, doch duidelijke aanduidingen door de retailer nog meer.
5/ Wees niet bang om in te zetten op nichemarkten
De markt is soms groter dan je denkt. De hele familie zal namelijk vaak het allergeen mijden om geen kruiscontaminatie te krijgen. Of vrienden willen toch ook iets in huis hebben voor het geval iemand met een allergie op bezoek komt. Restaurants ook trouwens. En inzetten op een dergelijke nichemarkt hoeft ook niet te betekenen dat je de ‘gewone’ consument ermee verliest. Het is een kwestie van de producten aantrekkelijk te positioneren – en even lekker te maken natuurlijk!
Bronnen
- Food allergy among U.S. children: Trends in prevalence and hospitalizations. Branum AM & Lukacs SL. NCHS data brief, no 10. Hyattsville, MD: National Center for Health Statistics. 2008.
http://www.cdc.gov/nchs/products/databriefs/db10.htm - Food Allergy Research & Education (FARE)
https://www.foodallergy.org/ - Food Allergy in detail. Morris A. Surrey Allergy Clinic website.
http://www.allergy-clinic.co.uk/food-allergy/food-allergy-guide/ - Food allergy: riding the second wave of the allergy epidemic. Prescott S & Allen KJ. Pediatr Allergy Immunol. 2011;22(2):155-60.
http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/j.1399-3038.2011.01145.x/abstract;jsessionid=CF87CF65DBF4B7215FA5041DBD9F4E9E.f04t04 - EUROPREVALL - The prevalence, cost and basis of food allergy across Europe. Final Report.
http://cordis.europa.eu/publication/rcn/12837_en.html